Sociale ondersteuning
Persoonlijke dienstverlening
Inleiding
Voor het oplossen van complexe sociale problemen zijn in een aantal gevallen specialistische trajecten in de tweede lijn nodig. Het gaat om ambulante ondersteuning of dagbehandeling in de vorm van arrangementen die beantwoorden aan de specifieke wensen en noden van de mensen die er een beroep op moeten doen.
Wat hebben we bereikt?
In 2016 hebben we afspraken gemaakt met zorggroepen van huisartsen over de inzet van een praktijkondersteuner bij huisartsenpraktijken om te komen tot een betere samenwerking tussen jeugdgezondheidszorg, Wijkteams en huisartsen. Het doel hiervan is om instroom in tweedelijnszorg te beperken. Dit zien we in 2016 nog niet terug in de cijfers.
Daarnaast zijn afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat er meer maatwerk geleverd kan worden voor inwoners van Eindhoven. Een van de maatregelen is de indikking van het productenboek. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor de professional. Een andere maatregel is het inrichten van maatwerktafels, waarbij gefundeerd kan worden afgeweken van bestaande regels en de ruimte kan worden opgezocht.
In 2016 zijn we gestart om samen met aanbieders te verkennen op welke wijze we een intensiever begeleidingsproduct kunnen ontwikkelen zodat onze producten meer aansluiten bij de behoefte van inwoners.
In Zuidoost-Brabant is intensief samengewerkt aan een aantal inhoudelijke thema's, zoals pleegzorg, veiligheidsketen, regionale crisisaanpak. Ook is intensief samen gewerkt met regiogemeenten ten aanzien van inkoop van jeugdhulp
Er is flink geïnvesteerd in het betrekken van jongeren bij een aantal programma's, zoals de aanpak 18-/18+ en pleegzorg. Jongeren zijn geschoold in het ophalen van advies bij andere jongeren over gemeentelijke aanpak. Deze pool "adviesvangers" wordt hierbij begeleid en ondersteund vanuit de gemeenten in Zuid-Oost Brabant
In 2016 hebben we geconstateerd dat een aantal inwoners de dupe werd van onbedoelde effecten van ons Eigen Bijdrage-beleid. Dit hebben we met terugwerkende kracht gerepareerd. Tevens hebben we moeten constateren dat de praktijk van de inning van eigen bijdrages niet altijd goed liep. Dit hebben we aangepast, waarbij we ook hier ervoor hebben gewaakt dat de inwoners niet de dupe werden.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Opstellen maatwerkarrangementen | ||
Met partners is verkend welke arrangementen wenselijk zijn, is informatie bij andere gemeenten in het land opgehaald en is draagvlak gecreëerd onder de partners. Het gaat hierbij om huishouders/gezinnen waarbij op meerdere leefgebieden en bij meerdere gezinsleden ondersteuning wenselijk is. In 2017 zal een aantal casussen op deze manier worden opgepakt. | ||
Aanpassen regelgeving en afspraken zelfstandig functioneren jongeren 18+ | ||
In afstemming met partners en jongeren is probleeminventarisatie gedaan en een concept- uitvoeringsprogramma opgesteld. Het uitvoeringsprogramma richt zich op onderdelen als wonen, inkomen, participatie, rol generalist en uitvoeren van maatwerk. Tevens is er een regionale maatwerktafel ingericht en is dit opgenomen als onderdeel in de City Deal, waar met het toekomstplan van jongeren aan de slag wordt gegaan. In 2017 en 2018 worden uitvoering gegeven aan het programma. | ||
Verder ontwikkelen regionale crisisaanpak jeugd naar integrale crisisaanpak alle leeftijden | ||
In 2016 is aandacht uitgegaan naar verruiming van integrale crisisaanpak naar de leeftijd tot 23 jaar. Op basis van deze ervaringen wordt in 2017 met partners bekeken of een verdere integratie wenselijk en haalbaar is. | ||
Integraal indiceren en regelen onderwijs en zorg voor jeugdigen | ||
In 2016 is een aanvang gemaakt met deze aanpak. Zowel voor primair onderwijs als voortgezet onderwijs zijn afspraken met het onderwijs gemaakt over samenwerking in casuïstiek. Een van uitgangspunten daarbij is om het aantal ontheffingen van leerplicht te verminderen en meer combinaties van onderwijs - zorg te organiseren. De komende jaren wordt dit verder uitgewerkt | ||
Inrichten prestatiesturing richting instellingen (ook regionaal op jeugd) | ||
In 2016 is het team contractmanagement ingericht. De grote instellingen worden periodiek bezocht en samen met instellingen wordt bekeken welke verantwoordingseisen er gaan gelden voor de instellingen. Tevens zijn er afspraken gemaakt met regiogemeenten over de uitvoering van contractmanagementtaken. Het team is echter pas in de loop van 2016 op orde gekomen, waardoor we niet alle ambities over heel het jaar hebben kunnen realiseren. |
Prestatie indicatoren | Realisatie | Begroting | Realisatie |
---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2016 | |
% jongeren tot 18 jr met jeugdhulp | 8,3 | 6,7 | 8,3 |
Aantal leerwerktrajecten |
Opmerkingen bij Prestatie indicator: | |
---|---|
% jongeren tot 18 jr met jeugdhulp | De begroting 2016 is te laag vastgesteld omdat deze gebaseerd was op nog onvolledige gegevens over 2015. Het realisatiecijfer tweede helft 2015 is hier gerectificeerd en is even hoog als in 2016. |
Aantal leerwerktrajecten | Deze indicator is niet beschikbaar. |
Wat heeft het gekost?
Exploitatie | Begroting | Realisatie | Afwijking |
---|---|---|---|
(Bedragen x € 1.000) | 2016 | 2016 | 2016 |
Lasten | -49.251 | -53.299 | -4.048 |
Baten | 3.001 | 2.560 | -441 |
Mutaties reserves (- = toevoeging, + = onttrekking) | 3.907 | 3.907 | 0 |
Resultaat | -42.343 | -46.831 | -4.488 |
Toelichting afwijking exploitatie | Lasten | Baten | Toev / onttr reserves | Resultaat | Structureel |
---|---|---|---|---|---|
(Afwijking in € 1.000, - = Nadeel) | |||||
WMO Ondersteuning zelfstandig leven (ZIN) | -3.013 | -3.013 | J | ||
Wij constateren hier een afwijking als gevolg van een toename van het aantal afgegeven maatwerkarrangementen in 2016. | |||||
Jeugd PGB | 487 | 487 | N | ||
Het voordeel dat hier is ontstaan komt weer terug in de overschrijding bij Jeugd (ZIN). Minder cliënten hebben in 2016 voor PGB gekozen dan verwacht. Dit komt mede tot uitdrukking in een tekort bij Jeugd (ZIN) | |||||
Landelijke jeugdzorg | -2.528 | -2.528 | J | ||
De begroting 2016 is gebaseerd op de jaarrekening 2015. Nadere analyse laat zien dat de kosten voor 2015 hoger waren dan gespecificeerd in de jaarrekening. De kosten 2016 zijn ongeveer gelijk aan de kosten 2015. Er is door de VNG geen korting toegepast op de landelijk tarieven. Daarnaast is een groei in aantal cliënten te zien. | |||||
Jeugdbescherming/jeugdreclassering | 400 | 400 | N | ||
Het voordeel ontstaat doordat het aantal OTS > 1 jaar is afgenomen ten opzichte van 2015. Met de instellingen zijn echter lumpsumbedragen afgesproken. Doordat regionaal de totale productie is afgenomen dient iedere gemeente en hoger bedrag te betalen voor de onderproductie betaald, waardoor een gedeelte van het genoemde voordeel teniet wordt gedaan. | |||||
Stelpost onvoorzien maatwerkarrangementen | 4.378 | 4.378 | N | ||
Deze post dient ter dekking van onvoorziene kosten en ter dekking van tekorten op de open einde regelingen. | |||||
Indirecte kosten | -254 | 66 | -188 | J | |
Doorbelasting indirecte kosten betreft met name personele lasten en wordt op totaalniveau toegelicht. | |||||
Jeugd (zorg in natura) | -4.197 | -4.197 | J | ||
De overschrijding op de begroting wordt met name veroorzaakt door aanbieders die alleen ambulante jeugdzorg bieden (niet in combinatie met verblijf). | |||||
Vluchtelingen | 776 | -692 | 84 | N | |
Door een daling in het aantal vluchtelingen zijn de kosten voor maatschappelijke begeleiding lager uitgevallen. De aanspraak op de decentralisatie uitkering is hierdoor ook lager. | |||||
Overig | -96 | 185 | 89 | ||
Totaal | -4.048 | -441 | -4.488 |