Sociale ondersteuning
Inkomen
Inleiding
Mensen die niet zelf in hun inkomen kunnen voorzien en geen recht hebben op een andere uitkering, kunnen bij de gemeente terecht voor een uitkering. Ons beleid is er op gericht om het aantal mensen waarvoor dit nodig is zo klein mogelijk te krijgen, net als de duur waarvoor dit nodig is. Waar wél ondersteuning nodig is, geven we die op een snelle en hoogwaardige manier.
Wat hebben we bereikt?
De acties om het aantal mensen dat een uitkering nodig heeft in aantal en tijd te beperken worden toegelicht bij CP2.4 en CP3.2 omschreven. In 2016 hebben deze inspanningen niet opgeleverd wat we hadden begroot. Gecombineerd met een hoge instroom - onder andere van statushouders - heeft dit geleid tot een forse stijging van het aantal mensen met een uitkering.
Wat betreft het debiteurenbeleid is er in december 2015 nieuw beleid vastgesteld. Dit was tevens het startsein om het verouderde debiteurenbestand op te schonen. Hieronder, bij financiën, wordt dit toegelicht.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Afhandelen binnen wettelijke termijn aanvragen levensonderhoud | ||
Er wordt gestuurd op het tijdig afhandelen van aanvragen levensonderhoud. 96% van de aanvragen wordt binnen de wettelijke termijn van 8 weken afgehandeld. | ||
Betaalbaar stellen inkomensvoorziening aan bijstandsgerechtigden | ||
De gemeente stelt inkomensvoorzieningen zoveel mogelijk in bulk vast voor minima, waaronder bijstandsgerechtigden. Dit om de administratieve lasten voor inwoner en gemeente terug te dringen. Dit proces loopt goed geautomatiseerd. | ||
Uitvoeren poortwachterfunctie | ||
In het instroomproces trachten we te voorkomen dat een uitkering wordt toegekend aan een inwoner die onnodig of onterecht een beroep hierop doet. Een uitkering blijft een vangnet. | ||
Toepassen hoogwaardig handhaven | ||
Onder hoogwaardig handhaven vallen preventieve elementen (voorlichting en goede dienstverlening) en repressieve onderdelen (onderzoek en sanctionering). Door de overdracht van de ‘frontoffice-taak’ begin 2016 is de preventie grotendeels bij de Stichting WIJeindhoven komen te liggen. Binnen het Sociaal Domein is de aandacht vooral uitgegaan naar signaalgestuurd handhaven, dus onderzoek op basis van interne en externe meldingen. | ||
Uitvoeren gemeentelijk sanctiebeleid | ||
We voeren het beleid uit zoals het is vastgesteld. We leggen een maatregel op wanneer een inwoner zich niet aan zijn of haar arbeidsverplichting houdt. Er zijn in 2016 minder maatregelen opgelegd dan in 2015. Dit past binnen de WIJvisie waarin generalisten maatwerk bieden en een inwoner in sommige gevallen een tweede kans bieden voordat ze een sanctietraject ingaan of in andere gevallen de generalist de procedures en regels op het gebied van participatie nog onvoldoende op het netvlies hebben. Het aantal boetes iets hoger dan begroot, al is het aantal boetes eerder een kengetal dan een streefgetal. | ||
Actualiseren debiteurenbeleid en inkeerregeling | ||
Een geactualiseerd debiteurenbeleid is per 01-12-2015 in werking getreden en geïmplementeerd. Vanaf dat moment tot en met 31 mei heeft een inkeerregeling gelopen. | ||
Opstellen plan van aanpak op alle leefgebieden | ||
Met de taakoverdracht van participatie naar Stichting WIJeindhoven afgerond in 2016, wordt dit gedaan door de generalisten. |
Prestatie indicatoren | Realisatie | Begroting | Realisatie |
---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2016 | |
Huishoudens met inkomensregeling | 5.093 | 5.100 | Niet van toepassing |
Huishoudens met uitkering levensonderhoud | 6.502 | 6.757 | 7.075 |
% meldingen dat tot een aanvraag leidt | Niet van toepassing | 50% | Niet van toepassing |
% aanvragen dat tot een toekenning leidt | 81,5% | 95% | 77% |
Opmerkingen bij Prestatie indicator: | |
---|---|
Huishoudens met inkomensregeling | Het cijfer 5.100 in de begroting en de realisatie van 5093 in 2015 zijn gebaseerd op een oud cijfer uit een eerdere versie van het dashboard sociaal domein. Dit cijfer blijkt niet zuiver te zijn en ook niet representatief om op jaarbasis te rapporteren. |
Huishoudens met uitkering levensonderhoud | We zitten met onze realisatie 318 inwoners met een uitkering hoger dan begroot voor 2016. |
% meldingen dat tot een aanvraag leidt | Door het verplaatsen van de taken van de Frontoffice in het kader van de takenoverdracht participatie in 2016, is deze indicator niet meer in te vullen, zoals deze in de begroting van 2016 bedoeld is. |
% aanvragen dat tot een toekenning leidt | De percentages zijn zonder de daklozenuitkeringen. Door de takenoverdracht in 2016 is de indicator zoals deze bedoeld is in de begroting en zoals nu de realisatie gerapporteerd wordt, is deze indicator feitelijk niet meer is te vergelijken met de indicator zoals die bedoeld is in de begroting van 2016. |
Wat heeft het gekost?
Exploitatie | Begroting | Realisatie | Afwijking |
---|---|---|---|
(Bedragen x € 1.000) | 2016 | 2016 | 2016 |
Lasten | -94.577 | -104.703 | -10.126 |
Baten | 98.166 | 94.612 | -3.554 |
Mutaties reserves (- = toevoeging, + = onttrekking) | 10.000 | 13.319 | 3.319 |
Resultaat | 13.589 | 3.229 | -10.360 |
Toelichting afwijking exploitatie | Lasten | Baten | Toev / onttr reserves | Resultaat | Structureel |
---|---|---|---|---|---|
(Afwijking in € 1.000, - = Nadeel) | |||||
BUIG: PW, IOAW, IOAZ, LKS | -3.228 | 1.165 | -2.063 | N | |
Het aantal uitkeringen is afhankelijk van de algemene economische situatie, waar de gemeente beperkt invloed op heeft. We zien in 2016 ten aanzien van de uitkeringen dat de instroom hoger en de uitstroom lager is dan begroot. In 2016 hebben daarom meer mensen een uitkering dan begroot. Dit is ook een landelijke trend. Bij de loonkostensubsidie is er sprake van een positief resultaat. Dit wordt veroorzaakt door geleidelijke instroom en parttime dienstverbanden. Ook het voorschot op de gebundelde uitkering van € 1.165.000 is meegenomen. | |||||
BBZ | 336 | 336 | N | ||
Minder mensen hebben aanspraak gemaakt op kapitaalverstrekkingen in de regeling en de uitkeringen op levensonderhoud zijn hoger uitgevallen dan geprognosticeerd. | |||||
Debiteuren | 20 | -4.921 | -4.901 | N | |
In december 2015 is er een nieuw debiteuren beleid vastgesteld. Dit was tevens het startsein om het verouderde debiteurenbestand op te schonen. Onder andere door de opschoningsactie en het nieuwe beleid zijn er in 2016 veel debiteuren afgeboekt. Ook zijn de debiteuren met betrekking tot het Focus Investeringsfonds en het Investeringsfonds Eindhoven volledig voorzien. De opschoning (afboeking debiteuren), als gevolg van het vernieuwde debiteurenbeleid, zorgt voor een schoner en realistischer debiteurenbestand waardoor de aandacht vanaf 2017 kan gaan naar de daadwerkelijk te ontvangen opgenomen vorderingen. De totale afwijking op de debiteuren is circa €4.5 miljoen, op CP 2.2 Voorzieningen zit een voordeel van circa €0,4 miljoen. | |||||
Stelpost BUIG | -7.500 | -7.500 | N | ||
Bij het Najaarsbericht is reeds een tekort op de BUIG voorzien, hierdoor wordt ook de taakstelling BUIG niet gerealiseerd. Dit heeft te maken met een forse daling op de baten van de BUIG. | |||||
Indirecte kosten | 356 | 356 | N | ||
De doorbelaste kosten betreffen voornamelijk de personele lasten en zijn op totaalniveau toegelicht. | |||||
Projecten maatschappelijk nut | -155 | 218 | -63 | N | |
Dit betreft een ESF project, waarbij de definitieve afronding in 2017 plaats vindt. Deze afwijkingen dienen bezien te worden in relatie tot de gehele projectperiode. De mutatie in de reserve betreft het verschil in verwerken van bijdragen uit reserves tussen begroting en realisatie, wat per saldo geen effect heeft op het resultaat | |||||
Mutaties reserves | 3.383 | 3.383 | N | ||
Inzet achtervang conform kadernota 2017 en najaarsbericht 2016 een achtervang voor BUIG aangehouden. | |||||
Overig | 45 | -16 | 29 | N | |
Totaal | -10.126 | -3.554 | 3.320 | -10.360 |